Rauwvoeding problematiek
Geplaatst: 30 apr 2019 13:15
Hanneke Roest, frettendierenarts
http://www.frettenkliniek.nl
De laatste jaren zijn er steeds groter wordende problemen ontstaan bij de jonge generatie fretten. Een verlaagde weerstand met als gevolg een afwijkende bacterie groei in de darmen en het ontstaan van secundaire parasitaire infecties lijkt de belangrijkste oorzaak. De oorzaak van deze verlaagde weerstand zijn we aan het onderzoeken. De kans is erg groot dat de problematiek uiteindelijk is veroorzaakt door het geven van rauwvoeding zoals muizen en rauw vlees. Vrijwel alle fokkers, opvangen en veel jagers gaven deze populaire voeding de laatste jaren. De ziekte verwekkende bacteriën en parasieten die dit voedsel kunnen bevatten hebben het normale darmmicrobioom in deze generatie fretten ernstig verstoord. Met het darmmicrobioom wordt het geheel van normale (bij het gezonde dier horende) micro-organismen (vooral bacteriën) aangeduid die zich in het maagdarmstelsel bevinden.
De ziekte blijkt te worden doorgegeven aan de nakomelingen waardoor de jongste generatie ondanks dat ze zelf nooit rauwvoeding hebben gehad, toch grote problemen heeft. Ook een onderlinge besmetting bij intensief direct contact lijkt mogelijk. De problematiek is uitgebreid aanwezig in de frettenpopulatie en beperkt zich niet tot een bepaald gebied of groep van fretten.
Recent onderzoek (2017) aan de Universiteit te Utrecht en het RIVM in Bilthoven toont al aan dat rauwvlees producten (KVV) welke te koop zijn in Nederland in 20% van de gevallen potentieel gevaarlijke bacteriën en parasieten bevatten. Eerder onderzoek in het buitenland gaf al vergelijkbare resultaten.
Door de hype om zo “natuurlijk” mogelijk te voeren ontstond er de laatste jaren een tekort aan muizen waardoor leveranciers niet alleen SPF (vrij schone) muizen uit het laboratorium konden leveren maar commercieel gefokte muizen uit het buitenland haalden.
Het ziektebeeld is na veel bloed-, urine-,bacteriologisch-, postmortaal- en weefselonderzoek, met financiële steun van de rauwvoeding werkgroep, uiteindelijk goed in beeld gebracht:
Klinisch kunnen we de klachten globaal opdelen in 3 symptoom groepen waar elk van deze fretten in meer of mindere mate last van hebben:
1. Maag-darmklachten: Afvallen, matige tot zeer ernstige misselijkheid, slechte eetlust, wisselende ontlasting, soms sterk verminderde activiteit en vaak tijdens het loslopen plots “plat” gaan liggen. Zij vertonen "uitgesteld eetgedrag" en eten hun brokjes deels naast hun bakje of verder daarbuiten. Vooral bij vloeibare voeding zoals het Waltham papje laten ze ernstige misselijkheid zien. Ze hebben vaak een harde en pijnlijke buik.
2. Pijn aan het middenoor waardoor oa moeilijk eten. Het kaakgewricht zit vlakbij het middenoor. Deze fretten eten bijvoorbeeld de kop van de muis en laten de rest een tijdje liggen of ze kruimelen en rommelen met brokjes.
3. Keelproblemen: Kuchen, kokhalzen.
Tijdens het postmortale onderzoek werden bij vrijwel alle onderzochte dieren chronische ontstekingen in het darmkanaal gevonden. Ook werd er bij een deel van de fretten ontstekingen gevonden in de aanverwante organen als de alvleesklier, galblaas en/of lever. Regelmatig ontstaan ontstekingen in de nieren, vooral in de glomeruli, dit wijst op de aanwezigheid van immuuncomplexen (antilichamen + antigeen).
Er werden diverse enteropathogene bacteriën gevonden op plaatsen in het darmkanaal waar deze niet in grote getale horen voor te komen. Sommige daarvan multiresistent tegen antibiotica. Ook bij doodgeboren pups en in uitvloeiing na de bevalling werden afwijkende bacteriën gevonden. Bij slechts enkele fretten werd een ontsteking in de hersenen of het midden- en binnenoor gevonden. Dit gebied is echter heel lastig te onderzoeken..
Deze dieren hebben veel pijn. Helaas wordt dit door veel eigenaren niet altijd onderkend. Ze zijn misselijk met eten en eten doet hen pijn. Regelmatig wordt gedacht dat dit aan het gebit ligt. Omdat veel fretten al afwijkend gedrag laten zien vanaf jonge leeftijd wordt het afwijkende gedrag met eten vaak verkeerd geïnterpreteerd. Zie voor het gedrag van een misselijke fret: Gedrag van een misselijke fret
Met medicatie zijn deze fretten slechts moeizaam te helpen en het is bij sommige fretten pas na een lang traject dat een acceptabele situatie wordt bereikt. Diverse jonge fretten of fretten van middelbare leeftijd zijn ondanks intensieve en langdurige behandeling niet meer te helpen en worden ingeslapen of overlijden zelf. Veel fokkers hebben de afgelopen jaren te maken gehad met: Baarmoederontsteking, melkklierontsteking, doodgeboren pups en niet drachtig wordende vrouwtjes.
Samenwerking is de toekomst:
Om de fretten in Nederland gezond te krijgen en te houden is het belangrijk om samen te werken. De fokkers en stichtingen aangesloten bij de rauwvoeding werkgroep, hebben dat al vroeg ingezien. Zonder hen waren we niet al zover gekomen met het vinden van oorzaken en het ontwikkelen van behandelmethoden. Ook de Universiteit Utrecht zet zich in door het ter beschikking stellen van studente Leanne gedurende 4 maanden. Wilt u zelf ook iets doen voor de fretten, dan is het mogelijk om te doneren via www.werkgroep-fret.nl
Velen hebben al gul gegeven en daar zijn we allemaal heel dankbaar voor! 15 jaar geleden hebben wel als frettengemeenschap door een fantastische onderlinge samenwerking de ziekte Aleutian Disease uit Nederland kunnen verbannen. Mijn hoop is dat we gezamenlijk ook dit probleem kunnen aanpakken en uitroeien. Fretten zijn bijzonder sterk, ze hebben al veel ellende overleefd. Het moet mogelijk zijn deze dieren weer gezond te krijgen.
http://www.frettenkliniek.nl
De laatste jaren zijn er steeds groter wordende problemen ontstaan bij de jonge generatie fretten. Een verlaagde weerstand met als gevolg een afwijkende bacterie groei in de darmen en het ontstaan van secundaire parasitaire infecties lijkt de belangrijkste oorzaak. De oorzaak van deze verlaagde weerstand zijn we aan het onderzoeken. De kans is erg groot dat de problematiek uiteindelijk is veroorzaakt door het geven van rauwvoeding zoals muizen en rauw vlees. Vrijwel alle fokkers, opvangen en veel jagers gaven deze populaire voeding de laatste jaren. De ziekte verwekkende bacteriën en parasieten die dit voedsel kunnen bevatten hebben het normale darmmicrobioom in deze generatie fretten ernstig verstoord. Met het darmmicrobioom wordt het geheel van normale (bij het gezonde dier horende) micro-organismen (vooral bacteriën) aangeduid die zich in het maagdarmstelsel bevinden.
De ziekte blijkt te worden doorgegeven aan de nakomelingen waardoor de jongste generatie ondanks dat ze zelf nooit rauwvoeding hebben gehad, toch grote problemen heeft. Ook een onderlinge besmetting bij intensief direct contact lijkt mogelijk. De problematiek is uitgebreid aanwezig in de frettenpopulatie en beperkt zich niet tot een bepaald gebied of groep van fretten.
Recent onderzoek (2017) aan de Universiteit te Utrecht en het RIVM in Bilthoven toont al aan dat rauwvlees producten (KVV) welke te koop zijn in Nederland in 20% van de gevallen potentieel gevaarlijke bacteriën en parasieten bevatten. Eerder onderzoek in het buitenland gaf al vergelijkbare resultaten.
Door de hype om zo “natuurlijk” mogelijk te voeren ontstond er de laatste jaren een tekort aan muizen waardoor leveranciers niet alleen SPF (vrij schone) muizen uit het laboratorium konden leveren maar commercieel gefokte muizen uit het buitenland haalden.
Het ziektebeeld is na veel bloed-, urine-,bacteriologisch-, postmortaal- en weefselonderzoek, met financiële steun van de rauwvoeding werkgroep, uiteindelijk goed in beeld gebracht:
Klinisch kunnen we de klachten globaal opdelen in 3 symptoom groepen waar elk van deze fretten in meer of mindere mate last van hebben:
1. Maag-darmklachten: Afvallen, matige tot zeer ernstige misselijkheid, slechte eetlust, wisselende ontlasting, soms sterk verminderde activiteit en vaak tijdens het loslopen plots “plat” gaan liggen. Zij vertonen "uitgesteld eetgedrag" en eten hun brokjes deels naast hun bakje of verder daarbuiten. Vooral bij vloeibare voeding zoals het Waltham papje laten ze ernstige misselijkheid zien. Ze hebben vaak een harde en pijnlijke buik.
2. Pijn aan het middenoor waardoor oa moeilijk eten. Het kaakgewricht zit vlakbij het middenoor. Deze fretten eten bijvoorbeeld de kop van de muis en laten de rest een tijdje liggen of ze kruimelen en rommelen met brokjes.
3. Keelproblemen: Kuchen, kokhalzen.
Tijdens het postmortale onderzoek werden bij vrijwel alle onderzochte dieren chronische ontstekingen in het darmkanaal gevonden. Ook werd er bij een deel van de fretten ontstekingen gevonden in de aanverwante organen als de alvleesklier, galblaas en/of lever. Regelmatig ontstaan ontstekingen in de nieren, vooral in de glomeruli, dit wijst op de aanwezigheid van immuuncomplexen (antilichamen + antigeen).
Er werden diverse enteropathogene bacteriën gevonden op plaatsen in het darmkanaal waar deze niet in grote getale horen voor te komen. Sommige daarvan multiresistent tegen antibiotica. Ook bij doodgeboren pups en in uitvloeiing na de bevalling werden afwijkende bacteriën gevonden. Bij slechts enkele fretten werd een ontsteking in de hersenen of het midden- en binnenoor gevonden. Dit gebied is echter heel lastig te onderzoeken..
Deze dieren hebben veel pijn. Helaas wordt dit door veel eigenaren niet altijd onderkend. Ze zijn misselijk met eten en eten doet hen pijn. Regelmatig wordt gedacht dat dit aan het gebit ligt. Omdat veel fretten al afwijkend gedrag laten zien vanaf jonge leeftijd wordt het afwijkende gedrag met eten vaak verkeerd geïnterpreteerd. Zie voor het gedrag van een misselijke fret: Gedrag van een misselijke fret
Met medicatie zijn deze fretten slechts moeizaam te helpen en het is bij sommige fretten pas na een lang traject dat een acceptabele situatie wordt bereikt. Diverse jonge fretten of fretten van middelbare leeftijd zijn ondanks intensieve en langdurige behandeling niet meer te helpen en worden ingeslapen of overlijden zelf. Veel fokkers hebben de afgelopen jaren te maken gehad met: Baarmoederontsteking, melkklierontsteking, doodgeboren pups en niet drachtig wordende vrouwtjes.
Samenwerking is de toekomst:
Om de fretten in Nederland gezond te krijgen en te houden is het belangrijk om samen te werken. De fokkers en stichtingen aangesloten bij de rauwvoeding werkgroep, hebben dat al vroeg ingezien. Zonder hen waren we niet al zover gekomen met het vinden van oorzaken en het ontwikkelen van behandelmethoden. Ook de Universiteit Utrecht zet zich in door het ter beschikking stellen van studente Leanne gedurende 4 maanden. Wilt u zelf ook iets doen voor de fretten, dan is het mogelijk om te doneren via www.werkgroep-fret.nl
Velen hebben al gul gegeven en daar zijn we allemaal heel dankbaar voor! 15 jaar geleden hebben wel als frettengemeenschap door een fantastische onderlinge samenwerking de ziekte Aleutian Disease uit Nederland kunnen verbannen. Mijn hoop is dat we gezamenlijk ook dit probleem kunnen aanpakken en uitroeien. Fretten zijn bijzonder sterk, ze hebben al veel ellende overleefd. Het moet mogelijk zijn deze dieren weer gezond te krijgen.