Zorgen om het voeren van rauw vlees
Geplaatst: 16 mei 2015 09:18
Zorgen om het voeren van rauw vlees
Hanneke Roest, frettendierenarts.
http://www.frettenkliniek.nl" onclick="window.open(this.href);return false;
De laatste jaren maak ik mij steeds meer zorgen betreffende het voeren van fretten met rauw vlees (Carnibest, Barf, Bandit, eendagskuikens, rauwe eieren ed.).
In de Frettenkliniek is een duidelijke toename van bacteriële ontstekingen in het maag-darmkanaal, de alvleesklier en de lever op te merken bij fretten die gevoerd worden met rauw vlees. In rauw vlees zitten veel bacteriën. Gezonde fretten kunnen met hun maag veel bacteriën zonder problemen verwerken. Echter door de bio-industrie en de verwerking van het (vaak afval-) vlees is het aantal bacteriën in het vlees de laatste jaren enorm toegenomen, helaas ook van resistente en pathogene bacteriën: o.a. diverse ziekteverwekkende stammen van E.Coli, Salmonella en Campylobacter. Dit veroorzaakt bij zwakke dieren, dieren onder stress, jonge en oude dieren, maar helaas zelfs bij gezonde dieren steeds meer problemen. Ook voor de eigenaren wordt het risico steeds groter. Als je fretje je handen likt en met diezelfde handen eet je later een koekje…kan het zijn dat u zelf deze ziekteverwekkende bacteriën binnen krijgt.
Hoewel het geven van rauw vlees op zich prima voedsel is voor fretten, zijn de problemen zoals beschreven in het onderstaande artikel naar mijn mening op dit moment een te groot risico voor de gezondheid van fretten. In het artikel wordt aangeraden het vlees te verhitten….veel fretten-eigenaren weten dat dit voor een fret vaak niet smakelijk is.
Prooidieren als muizen worden niet verwerkt, het zijn kleine “pakketjes”. Het risico op bacteriële besmetting is minder maar niet geheel uitgesloten. Geef muizen alleen als ze fris ruiken en alleen aan gezonde dieren.
Voedingsadvies van de Frettenkliniek:
- Gezonde fretten: Prooidieren (muizen ed.) en/of brokvoeding van goede kwaliteit.
- Jonge, oude, zieke fretten en fretten met recidiverende maag-darmproblemen (diarree, misselijkheid): alleen brokvoeding van goede kwaliteit eventueel met voldoende verhit vlees/eieren. Indien nodig tevens RC Convalescence Support Instant Diet, A/D blikvoer.
Standpunt rauw vleesvoeding voor hond en kat
(Tijdschrift voor Diergeneeskunde, febr. 2015)
R. J. Corbee (1), R. Nijsse (2), E. Hagen-Plantinga (3), P. Overgaauw (4)
Tegenwoordig is er een grote groep honden- en kattenbezitters die hun huisdieren voert met rauw vleesvoeding (bijvoorbeeld: ‘bone and raw food’, BARF). Op het internet zijn meerdere ‘succesverhalen’ te vinden waarbij honden en katten na het overschakelen op rauw vleesvoeding zijn genezen van huidaandoeningen en maagdarmklachten. Vooralsnog is er geen wetenschappelijk bewijs dat dergelijke voeders effectiever zijn dan de commercieel verkrijgbare dieetvoeders. Er zitten wel een aantal belangrijke risico’s aan het voeren van rauw vleesvoeding.
Ten eerste bestaat er risico op het verstrekken van een incompleet dieet. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat zelf bereide diëten (zoals BARF-diëten) niet altijd het volledige nutriëntenaanbod bieden, waardoor op termijn tekorten kunnen ontstaan. Vooral jonge, groeiende dieren lopen hierbij risico.
Ten tweede is er een risico op infectie van zowel het huisdier als de verzorger met potentieel pathogene (zoönotische) organismen. Vanzelfsprekend kan directe besmetting van de eigenaar en gezinsleden worden voorkomen wanneer optimale hygiëne wordt betracht bij de bewaring en verwerking van vers vlees en bij de reiniging van de gebruikte materialen. Besmetting met infecties van de dieren via rauw vlees kan alleen worden voorkomen door het vlees vooraf voldoende te verhitten. Men moet zich ervan bewust zijn dat vooral individuen met verminderde weerstand een groter risico lopen om ziek te worden. Dit zijn pups, kittens, kinderen, ouderen, zwangere vrouwen of drachtige dieren en dieren en mensen met een verminderde afweer. Dieren die therapeutisch gebruikt worden in de zorg, de zogenaamde hulphonden, dienen om deze reden zeker geen rauw vleesvoeding te krijgen.
Dierenartsen moeten huisdierbezitters wijzen op de risico’s van het voeren van rauw vlees voor de gezondheid van het dier, de volksgezondheid, de noodzaak van reiniging en desinfectie van voedermaterialen en ruimtes en het toepassen van handhygiëne.
Het beste advies is vlees uit voorzorg te verhitten. Bij het publiek is namelijk nauwelijks kennis aanwezig over de risico’s en de preventie van infecties bij vers vleesvoeding of deze wordt genegeerd. Het melden van deze risico’s aan eigenaren die rauw vlees voeren aan hun huisdier moet worden beschouwd als ‘good veterinary practice’.
1. Dept. Geneeskunde van Gezelschapsdieren, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht. Corresponderend auteur: R.J.Corbee@uu.nl.
2. Klinische Infectiologie, Dept. Infectieziekten & immunologie, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
3. Dept. Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren, Afdeling Voeding, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
4. IRAS, Div. Veterinaire Volksgezondheid, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
Hanneke Roest, frettendierenarts.
http://www.frettenkliniek.nl" onclick="window.open(this.href);return false;
De laatste jaren maak ik mij steeds meer zorgen betreffende het voeren van fretten met rauw vlees (Carnibest, Barf, Bandit, eendagskuikens, rauwe eieren ed.).
In de Frettenkliniek is een duidelijke toename van bacteriële ontstekingen in het maag-darmkanaal, de alvleesklier en de lever op te merken bij fretten die gevoerd worden met rauw vlees. In rauw vlees zitten veel bacteriën. Gezonde fretten kunnen met hun maag veel bacteriën zonder problemen verwerken. Echter door de bio-industrie en de verwerking van het (vaak afval-) vlees is het aantal bacteriën in het vlees de laatste jaren enorm toegenomen, helaas ook van resistente en pathogene bacteriën: o.a. diverse ziekteverwekkende stammen van E.Coli, Salmonella en Campylobacter. Dit veroorzaakt bij zwakke dieren, dieren onder stress, jonge en oude dieren, maar helaas zelfs bij gezonde dieren steeds meer problemen. Ook voor de eigenaren wordt het risico steeds groter. Als je fretje je handen likt en met diezelfde handen eet je later een koekje…kan het zijn dat u zelf deze ziekteverwekkende bacteriën binnen krijgt.
Hoewel het geven van rauw vlees op zich prima voedsel is voor fretten, zijn de problemen zoals beschreven in het onderstaande artikel naar mijn mening op dit moment een te groot risico voor de gezondheid van fretten. In het artikel wordt aangeraden het vlees te verhitten….veel fretten-eigenaren weten dat dit voor een fret vaak niet smakelijk is.
Prooidieren als muizen worden niet verwerkt, het zijn kleine “pakketjes”. Het risico op bacteriële besmetting is minder maar niet geheel uitgesloten. Geef muizen alleen als ze fris ruiken en alleen aan gezonde dieren.
Voedingsadvies van de Frettenkliniek:
- Gezonde fretten: Prooidieren (muizen ed.) en/of brokvoeding van goede kwaliteit.
- Jonge, oude, zieke fretten en fretten met recidiverende maag-darmproblemen (diarree, misselijkheid): alleen brokvoeding van goede kwaliteit eventueel met voldoende verhit vlees/eieren. Indien nodig tevens RC Convalescence Support Instant Diet, A/D blikvoer.
Standpunt rauw vleesvoeding voor hond en kat
(Tijdschrift voor Diergeneeskunde, febr. 2015)
R. J. Corbee (1), R. Nijsse (2), E. Hagen-Plantinga (3), P. Overgaauw (4)
Tegenwoordig is er een grote groep honden- en kattenbezitters die hun huisdieren voert met rauw vleesvoeding (bijvoorbeeld: ‘bone and raw food’, BARF). Op het internet zijn meerdere ‘succesverhalen’ te vinden waarbij honden en katten na het overschakelen op rauw vleesvoeding zijn genezen van huidaandoeningen en maagdarmklachten. Vooralsnog is er geen wetenschappelijk bewijs dat dergelijke voeders effectiever zijn dan de commercieel verkrijgbare dieetvoeders. Er zitten wel een aantal belangrijke risico’s aan het voeren van rauw vleesvoeding.
Ten eerste bestaat er risico op het verstrekken van een incompleet dieet. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat zelf bereide diëten (zoals BARF-diëten) niet altijd het volledige nutriëntenaanbod bieden, waardoor op termijn tekorten kunnen ontstaan. Vooral jonge, groeiende dieren lopen hierbij risico.
Ten tweede is er een risico op infectie van zowel het huisdier als de verzorger met potentieel pathogene (zoönotische) organismen. Vanzelfsprekend kan directe besmetting van de eigenaar en gezinsleden worden voorkomen wanneer optimale hygiëne wordt betracht bij de bewaring en verwerking van vers vlees en bij de reiniging van de gebruikte materialen. Besmetting met infecties van de dieren via rauw vlees kan alleen worden voorkomen door het vlees vooraf voldoende te verhitten. Men moet zich ervan bewust zijn dat vooral individuen met verminderde weerstand een groter risico lopen om ziek te worden. Dit zijn pups, kittens, kinderen, ouderen, zwangere vrouwen of drachtige dieren en dieren en mensen met een verminderde afweer. Dieren die therapeutisch gebruikt worden in de zorg, de zogenaamde hulphonden, dienen om deze reden zeker geen rauw vleesvoeding te krijgen.
Dierenartsen moeten huisdierbezitters wijzen op de risico’s van het voeren van rauw vlees voor de gezondheid van het dier, de volksgezondheid, de noodzaak van reiniging en desinfectie van voedermaterialen en ruimtes en het toepassen van handhygiëne.
Het beste advies is vlees uit voorzorg te verhitten. Bij het publiek is namelijk nauwelijks kennis aanwezig over de risico’s en de preventie van infecties bij vers vleesvoeding of deze wordt genegeerd. Het melden van deze risico’s aan eigenaren die rauw vlees voeren aan hun huisdier moet worden beschouwd als ‘good veterinary practice’.
1. Dept. Geneeskunde van Gezelschapsdieren, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht. Corresponderend auteur: R.J.Corbee@uu.nl.
2. Klinische Infectiologie, Dept. Infectieziekten & immunologie, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
3. Dept. Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren, Afdeling Voeding, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
4. IRAS, Div. Veterinaire Volksgezondheid, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.