Hanneke Roest, frettendierenarts.
http://www.frettenkliniek.nl" onclick="window.open(this.href);return false;
De meeste fretteneigenaren hebben wel een fret meegemaakt met afwijkende ontlasting, al dan niet langdurig. Ook plotselinge sterfte bij jong volwassen fretten heeft vaak te maken met een maagdarmprobleem. Het is een van de meest behandelde aandoeningen in de “Frettenkliniek”.
Lang niet alle fretten vertonen dezelfde symptomen bij een bepaalde aandoening. Ook kunnen diverse symptomen passen bij andere aandoeningen dan die van het maagdarmkanaal. Dat maakt het soms erg lastig voor de dierenarts om de klachten van de fret goed te interpreteren. Sommige fretten hebben een verminderde of wisselende eetlust. Vaak is de activiteit van het diertje verminderd en is het minder speels. Soms ook is het fretje echter weer erg onrustig of hyperactief. Er zijn fretten die bijterig worden naar hun eigenaar of naar andere fretten. “Plat liggen” komt regelmatig voor, de fret zakt even door de poten tijdens het lopen en heeft een wat starende blik in zijn ogen (zie foto). Hij heeft even buikpijn. Even later loopt hij weer door alsof er niets aan de hand is. Fretten braken niet gemakkelijk dus als ze braken dan is er meestal echt iets aan de hand.
Fretten met darmproblemen hebben soms afwijkende ontlasting. Deze kan breiig van consistentie zijn, te dun als koeienvlaai of zelfs waterdun. De ontlasting kan veel “zaadjes” bevatten ten gevolge van onvoldoende opname van voedingsstoffen. Soms is er slijm met eventueel rood bloed aanwezig. Vaak wordt er al dan niet tijdelijk een groene kleur gezien. Deze ontstaat als de ontlasting te snel door het darmkanaal gaat en is een teken dat de darmen “geïrriteerd” zijn. Als de ontlasting zwart, plakkerig en er als teer uitziet, betekend dat meestal een bloeding in het voorste deel van het maagdarmkanaal. Fretten die prooidier eten kunnen ook zwarte ontlasting hebben maar die is meestal meer gevormd en niet plakkerig. Als er onvoldoende gal bij de ontlasting komt kan deze een crème kleurige pasteuze vorm aannemen. Fretten met alleen maagproblemen, bijvoorbeeld bij een Helicobacter maagontsteking ten gevolge van territoriale stress),kunnen normale ontlasting hebben.
Diagnose
Voor het stellen van een juiste diagnose is het verhaal van de eigenaar (de anamnese) over de huisvesting, de voeding, de omgang met eventueel andere aanwezige fretten en de klachten die het diertje laat zien, erg belangrijk. Sommige klachten die het diertje vertoond worden niet als afwijkend beoordeeld door de eigenaar terwijl dat wel het geval is.
Bij het klinisch onderzoek is het palperen (doorvoelen) van de buik van grote betekenis. Daarmee kunnen pijnlijke plekken in de buik opgespoord worden. Bij veel van deze fretten zijn de lymfeklieren in de buik vergroot. Deze klieren zijn de “opruimorganen” bij problemen in het maagdarmkanaal. Regelmatig wordt een vergroting van deze lymfeklieren ten onrechte aangezien voor kanker in de buik. Bij veel van deze fretten is de milt vergroot. Hoewel de milt erg groot kan worden, gaat het hier meestal om een goedaardige vergroting, de milt reageert namelijk vooral op ontstekingen in het maagdarmkanaal. Ook een vergrote milt is slechts heel zelden kanker.
Met bloedonderzoek kan soms een verhoging van de ontstekingscellen aangetoond worden. Bij ernstige maagdarm klachten kan het protein-loosing syndroom optreden waarbij het eiwit gehalte in het bloed verlaagd is. Ook het aantal rode bloedcellen kan verlaagd zijn ten gevolge van bloedverlies via het maag-darmkanaal of vanwege een onvoldoende aanmaak bij langer bestaande problemen. De leverenzymen kunnen verhoogd zijn bij problemen met de lever.
Ontlastingonderzoek is nuttig om coccidiose en Giardia-infecties aan te tonen. Deze worden meestal alleen gezien bij jonge fretten en op plaatsen waar veel fretten bij elkaar worden gehouden. Een bacteriologisch onderzoek van de ontlasting is vaak nuttig bij fretten die rauwvlees of prooidieren hebben gehad of waarvan de ouders deze voeding hebben gehad. Afwijkende bacteriën in de darmen worden namelijk van moeder op pups doorgegeven.
Op de röntgenfoto of met een echo kunnen vreemde voorwerpen in de maag (haarballen, stukjes rubber, oordopjes!) zichtbaar gemaakt worden. Ook kan het vermoeden op een obstructie in de darm meestal bevestigd worden.
Voor een definitieve diagnose van een langdurige maagdarmprobleem zijn meestal maag en/of darmbiopten nodig. Dat is uiteraard niet zo heel makkelijk te doen dus wordt er over het algemeen uitgegaan van een waarschijnlijkheidsdiagnose en daarvoor een behandeling ingezet. Indien de problemen blijven bestaan is een “kijkoperatie” soms zinvol en kunnen maag- en darmbiopten worden genomen. Deze biopten worden vervolgens naar een patholoog opgestuurd die onder de microscoop de stukjes weefsel kan beoordelen en informatie geeft over het aanwezig zijn van bijvoorbeeld ontsteking of tumoren.
Gedrag van een fret die misselijk is
Fretten vertonen regelmatig tekenen van misselijkheid welke door de eigenaar en/of dierenarts niet of onvoldoende worden opgemerkt. Het gedrag wordt niet herkend als teken van misselijkheid of er wordt een andere betekenis aan gegeven. Bijvoorbeeld het aflikken van de lippen (zie foto) wordt vaak gezien als een teken dat het fretje het eten lekker vond of zijn bekje wil schoonpoetsen. Fretten zijn bovendien hele sterke dieren die gezond gedrag (spelen, rondrennen) vertonen naast ziek gedrag.
Misselijkheid bij fretten wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door maag en darmproblemen. Afwijkende ontlasting kan aanwezig zijn maar is lang niet altijd het geval. Het is dus goed mogelijk dat de ontlasting van uw fret er prima uitziet maar het fretje lijdende is aan een (vaak chronische) maag en/of darmontsteking. Problemen in het maag-darmkanaal bij de fret zijn vrijwel altijd ten gevolge van ontsteking. Tumoren komen hier slechts weinig voor.
Misselijkheid kan ook worden veroorzaakt door lever-, galweg- en alvleesklier-aandoeningen. Vaak zijn deze echter het (uiteindelijke) gevolg van primaire maag- en of darmproblemen. Ook fretten in nierfalen, waarbij de nieren hun gifstoffen niet meer kwijt kunnen, zijn misselijk doordat de gifstoffen het maagslijmvlies aantasten.
Gedrag dat op misselijkheid bij het fretje wijst is vaak het beste te zien vlak voor, tijdens of na het eten. Bij het eten van vloeibaar voedsel zoals bijvoorbeeld brokkenbrij of het Waltham papje (RC Convalescence Support Instant Diet) is het over het algemeen het meest duidelijk. Echter sommige fretten laten het juist weer beter zien bij het eten van brokjes.
Er is een onderscheid in het gedrag van misselijke fretten te maken tussen:
1. Ernstige misselijkheids-tekenen
2. Minder ernstige misselijkheids-tekenen.
Ad 1. Ernstige misselijkheids- tekenen:
- Braken: Fretten braken niet makkelijk. De stimulans om te braken moet wel erg heftig zijn wil het diertje zijn voedsel er uit braken. Indien een fretje eenmalig heeft gebraakt maar verder geen van onderstaande misselijkheids-tekenen laat zien, kunt u het gerust even aankijken. Mits het fretje ook verder een levendige en gezonde indruk maakt.
- Knarsetanden tijdens of na het eten. Je hoort een schrapend geluid waarbij de kiezen langs elkaar schuren. Vaak bewegen hierbij tevens de spieren boven op de schedel, tussen de oren.
- Met de kop naar achteren bewegen tijdens het eten. Hierbij kan het snuitje richting de borst (tussen de voorpoten) gaan maar ook naar de flanken.
- Knagen aan dekentjes, slaapzakjes, doeken, tapijt ed. Klittenband is een uitzondering, daar knagen veel fretten aan, zonder dat ze misselijk zijn.
- Met de pootjes heftig aan de bek krabben. Dit komt meestal voor tijdens of na het eten. Het ziet eruit alsof het diertje zijn tanden uit de bek wil krabben. Kijk eerst of er geen brokje klem zit, als dat niet het geval is dan is het fretje zeer waarschijnlijk misselijk. Sommige fretjes vegen terwijl ze liggen, met hun pootjes aan hun snoetje, dat is ander gedrag.
- Zwarte stukken in de ontlasting. De ontlasting kan normaal gevormd zijn maar naast de normale bruine kleur een zwart gedeelte laten zien. Dit kan duiden op een bloeding in het voorste deel van het maag-darmkanaal. Indien deze bloeding heel ernstig is wordt de ontlasting donkere zwarte drab.
- Trillen tijdens of na het eten. Het trillen is in dit geval een teken van zich beroerd voelen.
- Een opgezette staart tijdens het eten. De haren van de staart gaan hierbij wijd uitstaan.
- Het fretje moet gestimuleerd worden om te eten. Bijvoorbeeld het diertje wordt op schoot of op de arm genomen. Vaak wordt het diertje extra gestimuleerd door het van de vingers te laten likken of met een lepeltje te voeren.
- Met de tong de bovenlippen regelmatig aflikken. Dit kan gebeuren vlak voor, tijdens of na het eten. Bij sommige fretten ook onafhankelijk van het eten. Vaak wordt hierbij onterecht gedacht dat het diertje zijn lippen wil schoon likken of dat het fretje hier mee aangeeft dat het eten goed heeft gesmaakt.
- Bek overdreven afvegen na het eten (langer dan 2 seconden). Dit gedrag wordt ook vaak verkeerd geïnterpreteerd als het schoonmaken van het snoetje. Gezonde fretten doen dat slechts zeer kort of niet.
- Indien vloeibaar voedsel (bv brokkenbrij of het Waltham papje) wordt gegeven gaat het diertje voordat het begint met eten (of soms na enige tijd) langs de randjes van het bakje likken. Het fretje hangt vaak ook een beetje boven het eten, regelmatig daarbij tussendoor de lippen aflikkend. Soms ook met een opgetrokken neus. Het diertje stopt soms te snel of loopt tussendoor even weg. Ik noem dat meestal: 'De Waltham eten alsof het te heet is'.
- Vaak op en af de poepbak gaan. Door de pijn in hun buik zetten ze niet door met het aanspannen van de buikspieren om te poepen of plassen. Soms hoor je deze fretten hierbij kreunen. Dit gedrag kan echter ook voorkomen bij andere ziekten dan die van het maag-darmkanaal.
- Regelmatig de hik hebben.
- Brokjes uit het bakje pakken en naast het bakje opeten (soms met kruimelen). Brokjes uitgraven uit het bakje. Voerbakje omgooien.
- 'Plat' gaan liggen na het eten. Het diertje ligt languit plat op zijn buik en ligt te staren. Meestal kortdurend.
- Onrustig gedrag na het eten. Denk hierbij aan fanatiek het 'bed' opmaken, graven in de poepbak. Achteruit lopen na het eten. De poepbak door de kooi verplaatsen.
- Het Waltham papje niet 'lusten'. Vrijwel ieder fret vindt dit papje heerlijk naarmate het diertje hieraan gewend is (meestal na 1 dag). Fretten die eerder dit papje wel graag wilden eten maar het plots niet meer willen, zijn sterk verdacht van acute problemen met de maag. Ze worden dan te misselijk van dit krachtvoer en beginnen er niet aan. De reuk zorgt al voor productie van maagzuur in de zieke maag en dit doet pijn in de wondjes van de maag. Indien deze pijn erger is dan het verlangen om het heerlijke Waltham papje te eten zal het fretje er niet aan beginnen. Daar veel fretten het papje echter verschrikkelijk lekker vinden gaan ze uiteindelijk het toch wel eten maar laten bovenstaande gedragingen zien.
Bij fretten die ernstige misselijkheids-tekenen laten zien is het altijd verstandig om contact op te nemen met een dierenarts die verstand heeft van fretten en hun ziekten. Fretten die een enkele keer een minder ernstig misselijkheids-teken laten zien, maar verder niet afvallen zou ik goed in de gaten houden. Het is altijd aan te raden om van het gedrag korte filmpjes (bv. met uw telefoon) te maken en deze aan de behandelend arts te laten zien.
Bij de behandeling van een fret met gedrag dat op misselijkheid duidt, is het belangrijk om niet alleen medicatie in te zetten maar te zoeken naar de oorzaak van de problemen. Hiervoor is een uitgebreide beschouwing van huisvesting, voeding, bijkomende aandoeningen, herkomst en aard van het fretje sterk aan te raden.
De Rauwvoeding problematiek
Dit is een zeer ernstige ziekte waar heel veel fretten momenteel ziek door zijn.
Zie hiervoor de regelmatig ge-update pagina: De rauwvoeding problematiek
De Helicobacter maagontsteking
Een van de belangrijkste maagdarmaandoeningen van de fret is de Helicobacter gastritis (= maagontsteking). Van daaruit kunnen diverse andere problemen van de spijsverteringsorganen ontstaan.
Met een recent onderzoek onder Nederlandse fretten bleek dat bij 80% van de fretten de Helicobacter Mustelae bacterie in de maag kon worden aangetoond. In eerder Amerikaans onderzoek was dit percentage veel hoger en werd hij aangetoond bij alle onderzochte dieren. De bacterie wordt overgedragen door besmette ontlasting. Waarschijnlijk worden pups al in het nest besmet. De bacterie kan in de maag van de fret een chronische maagontsteking (vooral bij oudere fretten) maar ook een acute maagontsteking met zelfs maag- en darmzweren veroorzaken. Niet elke fret heeft veel last van deze infectie. Maar een maagzweer is een van de belangrijkste doodsoorzaken bij jonge fretten.
Uitgroei van de Helicobacter bacterie in de maag treedt regelmatig op na stress situaties. Meestal bij fretten met (of lijdende onder) territoriaal gedrag in een groep. Ook fretten met meer bunzing bloed (frunzingen) hebben meer last van stress. Fretten met chronische pijn zoals bij een ernstige chronische middenoorontsteking of een alvleesklierontsteking hebben ook grote kans op het ontwikkelen van maagproblemen door de uitgroei van de Helicobacter bacterie.
Medicijnen als prednison en alle pijnstillers geven bij langer gebruik bijna altijd grote problemen doordat zij het maagdarm-slijmvlies beschadigen. Zij kunnen daarom beter alleen in uiterste noodzaak worden gegeven.
Andere maagdarmaandoeningen
Vreemd voorwerp in het maagdarmkanaal:
Jonge fretten onder de leeftijd van 1 jaar kauwen nogal eens op allerlei zacht materiaal zoals zacht rubber, zacht plastic en latex. Stukjes hiervan worden dan doorgeslikt en komen in de maag. Deze kunnen soms maanden in de maag blijven zitten. Bij oudere fretten zijn het vaak haarballen die zich in de maag vormen door het likken aan de vacht. Als de maag minder goed zijn werk doet zoals bij een chronische ontsteking, kunnen de haren te lang in de maag blijven en daar gaan klitten. De symptomen die deze fretten vertonen zijn vaak vaag. Pas als het voorwerp vastloopt in het (veel dunnere) darmkanaal is het fretje acuut ziek met hevige buikpijn en uitdroging. Vaak sterft het fretje binnen 2 dagen als er niet op tijd wordt ingegrepen. De behandeling varieert van laxeren tot direct chirurgisch ingrijpen.
Darmontsteking:
Een darmontsteking kan veroorzaakt worden door diverse virussen, bacteriën, protozoen, voedsel intolerantie en oorzaken die niet altijd te achterhalen zijn. De ontlasting kan bekeken worden onder de microscoop of worden opgestuurd naar het laboratorium voor een bacteriologisch onderzoek (een kweek).
Recent is aangetoond dat in Nederland het Coronavirus op grote schaal voorkomt. Dit virus is in Amerika ook bekend en veroorzaakt daar E.C.E. (Epizootic Catarrhal Enteritis) ook wel “Groene-slijm ziekte” genoemd. Het virus is zeer besmettelijk. De besmetting gebeurt via contact met ontlasting van een ziek dier. Het verloop van de ziekte is afhankelijk van de lichaamsconditie van het fretje. Jonge gezonde fretten hebben vaak slechts een aantal dagen diarree. Fretten met al chronische maagdarmproblemen of andere aandoeningen kunnen ernstig ziek worden. Bij sommige fretten kan het virus de darmvlokken van de darmen ernstig beschadigen waardoor uiteindelijk chronische diarree ontstaat. Een enkele keer kan het virus een systemische ziekte veroorzaken met ontstekingen in diverse organen. Deze complicatie vertoont overeenkomsten met de aandoening “FIP” bij katten die geïnfecteerd zijn met het katten Corona virus. Het katten-Corona virus lijkt niet besmettelijk voor de fret. De fret heeft zijn eigen Corona virus variant. Helaas is de ziekte moeilijk met zekerheid vast te stellen bij het levende dier.
Coccidiose en een Giardia infectie worden veroorzaakt door een parasiet in de darmen. Vooral jonge fretjes kunnen hier behoorlijk ziek van zijn. Oudere fretten hebben meestal geen problemen met coccidiose en kunnen met hun eigen afweer de infectie genezen. Echter fretten die al een afwijkend darmkanaal hebben door bijvoorbeeld een Coronavirus infectie kunnen wel problemen hebben om van deze infectie af te komen en kunnen beter behandeld worden. Met behulp van ontlasting onderzoek is de ziekte eenvoudig aan te tonen.
Tumoren:
Tumoren uitgaande van het maagdarmkanaal komen zeer zelden voor. Er zijn aanwijzingen dat tumoren in dit gedeelte van het lichaam vooral kunnen ontstaan vanuit chronische ontstekingen zoals bijvoorbeeld bij Helicobacter uitgroei. Lymfoom, een ontaarding va de lymfeklieren komt bij oudere fretten soms voor. Hierbij kunnen ook de lever en darmen aangetast zijn.
Behandeling van maagdarmproblemen
De behandeling hangt af van de oorzaak van de aandoening. Langdurige problemen vergen veel onderzoek en vaak een langdurige behandeling. Daarnaast is het belangrijk de oorzakelijke factoren aan te pakken.
Indien er sprake is van een vreemd voorwerp in de maag of bijvoorbeeld een obstructie in de darm, zal er meestal geopereerd moeten worden. Een enkele keer kan een obstructie met laxeermiddel naar achteren worden gedreven, vooral als bekend is dat het bijvoorbeeld gaat om een te groot stuk groente of fruit. Maar dit is altijd een risico, want hoe langer je wacht met opereren hoe groter het risico dat het diertje sterft. Op de foto wordt er een haarbal uit de maag gehaald.
Tumoren van het maagdarmkanaal kunnen soms chirurgisch verwijderd worden door het stuk aangetaste darm te verwijderen. Dit is een moeilijke operatie maar voor een ervaren frettendierenarts goed te doen. Voor de behandeling van Lymfoom met aantasting van het maagdarmkanaal zie het topic Lymfoom.
Het verwijderen van een vergrote milt bij fretten met diarree is niet nodig. Deze milt is een reactie op de ontsteking in het maagdarmkanaal.
Het is belangrijk om kleine hoeveelheden goed verteerbaar voedsel te geven, bijvoorbeeld Royal Canin Convalescence Support Instant (het “Waltham papje”) of Hill’s A/D blikvoer. Voor fretten met ernstige problemen is het niet meer verstandig om rauw voedsel te geven.
Fretten met ernstige acute maagdarmproblemen kunnen het beste worden opgenomen in de kliniek waar zij via injecties en met infuus behandeld kunnen worden. Deze injecties belasten het maagdarmkanaal veel minder.