Beenmergdepressie
Hanneke Roest, frettendierenarts.
http://www.frettenkliniek.nl" onclick="window.open(this.href);return false;
Deze aandoening komt voor bij vrouwtjes die te lang loops zijn. Dit zijn meestal ongesteriliseerde vrouwtjes. Maar het kan ook een gesteriliseerd vrouwtje zijn waarbij een stukje eierstok is blijven zitten of een fretje met een bijnierprobleem.
Een vrouwtje is loops van ongeveer maart tot augustus. Als zij niet gedekt wordt, waardoor ze uit de loopsheid komt, blijft ze maandenlang onder invloed van oestrogenen (vrouwelijke hormonen). Deze oestrogenen zijn op de lange duur schadelijk voor de gezondheid van het vrouwtje. Er ontstaat een beenmergdepressie waardoor het beenmerg onvoldoende belangrijke bloedcellen produceert voor het fretje. Hierdoor is het fretje gevoeliger voor ontstekingen, ontstaat bloedarmoede en kunnen bloedingen ontstaan. Dit ziekte beeld is al mogelijk na één maand loopsheid, maar zal zich vaker pas aan het einde van de loopsheid openbaren.
Ziekteverschijnselen
Het vrouwtje heeft een duidelijk opgezwollen vulva (zie de afbeelding) met een vaginale uitvloeiing die kan variëren van waterig tot pure pus. Door de bloedarmoede zijn de neus en de slijmvliezen in het bekje bleek van kleur. Meestal is het diertje behoorlijk wat gewicht verloren. Een symmetrische kaalheid kan zichtbaar zijn aan de staart en onder de buik maar deze kan zich ook verder over het lichaam verspreiden. In ernstige gevallen is het fretje lusteloos en wil niet meer eten. Er kunnen bloedingen optreden in de huid of in het maagdarmkanaal. Door bloedingen in het ruggenmerg of de hersenen kunnen neurologische klachten ontstaan.
Behandeling
Als de conditie van het fretje het toelaat, is een chirurgische sterilisatie of een hormoonimplantaat de beste behandeling. Het diertje komt uit de loopsheid en knapt snel weer op. Bij een duidelijk zieke fret kan het narcose risico te groot zijn. Een hormoonimplantaat is dan de enige oplossing. Daarnaast zal het diertje enige tijd aanvullende medicatie nodig hebben om te kunnen herstellen.
Preventie
Vrouwtjes waar niet mee gefokt wordt, kunnen het beste gesteriliseerd worden op 6-8 maanden leeftijd, in het voorjaar volgend op hun geboorte. Alternatieven zijn; het inbrengen van een hormoonimplantaat, het fretje laten dekken of een antiloopsheidinjectie. Een nadeel van een antiloopsheid injectie is de kans op afwijkend gedrag en soms ernstige irritatie van de huid en het onderliggende weefsel op de plaats van injectie.
Kaalheid bij een loops vrouwtje