Anatomie: verschil tussen versies
(→De bouw van een tand) |
(→De bouw van een tand) |
||
Regel 132: | Regel 132: | ||
* wortel(s): dat deel of die delen die met de buitenste cementlaag verankerd zitten in het bot (kraakbeen) van de kaak. | * wortel(s): dat deel of die delen die met de buitenste cementlaag verankerd zitten in het bot (kraakbeen) van de kaak. | ||
− | [[Bestand:Bouw van een tand.jpg| | + | [[Bestand:Bouw van een tand.jpg|250px]] |
− | + | Bouw van een tand | |
*1-tandvlees | *1-tandvlees |
Versie van 23 mrt 2013 om 01:16
Inhoud
Anatomie
Het skelet van de fret en de organen
Het skelet van de fret bestaat uit meest lange beenderen. De fret heeft 15 ribben waarvan de eerste 10 gekoppeld zijn met het borstbeen. Deze eerste ribben zijn relatief klein.
Skelet van de fret
- 1 - Schedel
- 2 - Halswervels (7 stuks)
- 3 - Schouderblad
- 4 - Borstwervels (15 stuks)
- 5 - Lendewervels (5 stuks)
- 6 - Heiligbeen
- 7 - Staartwervels (18 stuks)
- 8 - Sleutelbeen
- 9 - Opperarmbeen
- 10 - Spaakbeen
- 11 - Ellepijp
- 12 - Middenhandsbeentjes
- 13 - Tenen met nagels (5 stuks)
- 14 - Borstbeen
- 15 - Dijbeen
- 16 - Scheenbeen
- 17 - Kuitbeen
- 18 - Middenvoetsbeentjes
- 19 - Tenen met nagels (5 stuks)
Organen van de fret
- A - Longen
- B - Hart
- C - Middenrif
- D - Lever
- E - Maag
- F - Milt
- G - Nieren
- H - Baarmoeder
- I - Dunne darm
- J - Dikke darm
- K - Blaas
Foto van een skelet
Schedel van de fret
Het gebit van de fret
Bij de geboorte hebben de kleintjes nog geen tandjes. De fret is een zoogdier en drinkt de eerste dagen na de geboorte melk bij de moeder. Na 14 dagen krijgt een frettenpup melktandjes en na ongeveer 47-52 dagen komen de volwassen tanden door. Dan vallen de melktandjes uit, vaak komt er een dubbele rij tanden te staan.
Het gebit van de fret ziet er als volg uit, zowel links als rechts:
- 3 snijtanden boven en onder (incisors)
- 1 hoektand boven en onder (canine)
- 3 onechte kiezen boven en onder (premolaren)
- 1 echte kies boven en 2 echte kiezen onder (molaren)
Premolaren zijn kiezen die al in de kaak aanwezig zjn bij de geboorte en doorkomen als melkgebit.
Molaren zijn kiezen die later doorkomen en het zijn de laatste kiezen om de frettenkaak compleet te maken.
De snijtanden zijn maar heel klein en worden gebruikt om restjes vlees van het bot te schrapen, of voor het schoonmaken van de vacht. De hoektanden zijn zo scherp als dolken, daarmee kan de fret zijn prooi goed vasthouden en het vlees in stukken scheuren. De kiezen zijn niet zo plat als bij ons mensen, ze zijn puntig en scherp. We noemen ze knipkiezen. Bij het eten glijden deze kiezen voor een deel langs elkaar, net als de helften van een schaar. Hij kan er dus niet mee kauwen maar hij krijgt er wel grote stukken vlees mee klein.
Tanden bij de fret groeien niet door zoals bij het konijn of cavia, ze slijten wel af en worden dus kleiner. Als het dier wat ouder is kan en dierenarts aan de slijtage vaak zien hoe oud een fret ongeveer is. De kiezen achetrerin in kaak zijn wat vlakker en snijden niet langs elkaar, ze worden gebruikt om het voedsel te malen.
De bouw van een tand
De bouw van de tanden en kiezen is op onderstaand plaatje weergegeven. Een tand is opgebouwd uit een paar onderdelen:
- kroon: het deel van een tand dat met een glazuurlaag is bedekt noemen we de anatomische kroon, het gedeelte dat boven het tandvlees uitsteekt en dus zichtbaar wordt noemen we de klinische kroon.
- tandhals: het verbindingspunt tussen kroon en wortel van de tand noemen we de tandhals en deze vormt tevens de glazuurcement grens.
- wortel(s): dat deel of die delen die met de buitenste cementlaag verankerd zitten in het bot (kraakbeen) van de kaak.
Bouw van een tand
- 1-tandvlees
- 2- wortel
- 3- cement
- 4- kraakbeen
- 5- kroon
- 6- plaque
De onderkaak en bovenkaak (onderkant schedel) van de fret