Fretteren

Fretteren

Al vroeg in de geschiedenis werden fretten ingezet voor de jacht. Ze werden gebruikt voor het jagen op konijnen, ratten en muizen. Ook tegenwoordig gebruikt men nog steeds fretten voor de jacht.

Fretten zijn nieuwgierige diertjes, daarom zijn ze ook zo geschikt om mee te fretteren. De bedoeling van het fretteren is dat de fret het konijn uit zijn hol jaagt zodat de jagers het konijn kunnen overmeesteren. De jager staat dan klaar met netten om de konijnen te vangen. De fret mag het konijn niet doden, hun functie is puur en alleen het uit de holen jagen van het konijn. Soms worden ook honden daarbij ingezet.

Het voordeel van fretten is dat je ze op elke locatie kunt gebruiken om konijnen te vangen, in holen in het bos of weilanden, bij burchten en onder gebouwen. Tegenwoordig worden ze ook gebruikt op vliegvelden om de landingsbanen voor vliegtuigen vrij te houden van konijnen en op kerkhoven.

Er wordt in de zomer en in de winter gejaagd met fretten. Een groot voordeel is dat de prooi levend gevangen wordt waarbij men dan de keus kan maken om bepaalde konijnen (bijvoorbeeld zwangere vrouwtjes) weer los te laten.

Fretten doden de prooi niet maar jagen ze alleen maar op hol. De fret mag dan ook geen honger hebben als hij gaat jagen anders gaat dat wel ten koste van de prooi. De fret heeft altijd wel zin om te jagen, het is en blijft tenslotte een roofdier. Er moet een goede verstandshouding zijn tussen de fret en zijn baasje, anders komt de fret niet meer terug of gaat steeds meer bijten. Jagers willen altijd graag weten waar hun fretje zich bevindt, daarom zijn ze tegenwoordig uitgerust met een zendertje. Zo kan de fretteerder precies zien waar de fret zich ondergronds bevindt. Fretten die niet meer boven komen kunnen zo ook opgespoord worden. Ze kunnen ook zien of ze misschien vast zitten, dan kan men ze uitgraven. Fretten vinden het prachtig om te mogen fretteren, het prikkelt hun jachtinstinct en ze zijn lekker buiten bezig. Men gebruikt voor het fretteren het liefste de allerkleinste fretjes, vaak vrouwtjes, omdat ze kleiner zijn dan mannetjes en erg snel zijn. Een grote fret zou in een hol blijven kunnen steken of het konijn kan niet langs hem passeren naar de uitgang. Vaak worden albinofretjes gebruikt omdat die goed te zien zijn met hun witte vacht.

Het is belangrijk dat de fretteerder precies weet waar de holen zich bevinden, op die holuitgangen zal hij zijn netten moeten neerleggen. Hij gebruikt de netten dus om de holen mee af te dichten. Dan gaan de fretten los de holen in en jagen de konijnen naar buiten. De konijnen lopen zich vast in de netten. Het voordeel van netten is dat fretten zelf makkelijk door de mazen van het net heen kunnen. Men laat de fret altijd even bij het gevangen konijn om te snuffelen, hij heeft zijn werk goed gedaan.

Om te mogen fretteren heb je een vergunning nodig, gebruiken de jagers daarnaast ook nog een geweer dan is ook een jachtakte verplicht.

Fretten zijn niet zomaar toegestaan in bossen en parken, denk daar ook aan als je gaat wandelen met je fret, een fretteervergunning is dan verplicht!